Oplossingen onderbouwen en samen kiezen

Ontwerpers kunnen hun keuzes op allerlei manieren beargumenteren, waarbij ze verwijzen naar het programma van eisen en wensen. Let hierbij op de volgende aandachtspunten:

    1. Passend voor de gebruikers
    2. Passend bij opdrachtgever, productiemogelijkheden en markt
    3. Gebruik van vakbegrippen
    4. Inzetten van onderzoek
    5. Gebruik van normen en theorie
    6. Eigen voorkeur
    7. Werking van systemen
    8. Voor- en nadelen van oplossingen
  • 1. Waarom past het globale idee van het ontwerp (concept) bij het ontwerpprobleem en de gebruikers?

    TU Industrieel Ontwerpen
    Dit fragment is de introductie van de derde ontwerpbespreking. Een derdejaars student presenteert twee uitgewerkte concepten (van een rugzak) aan een opdrachtgever. Doel van de opdracht: nieuwe toepassing bedenken op basis van hergebruik van het materiaal. De student is op ongeveer driekwart van het ontwerpproces.


    Om toe te lichten waarom de twee concepten geschikt zijn, neemt de ontwerper de toehoorder mee in het ontwerpproces. Aan de hand van de schetsen aan de muur licht de student de verschillende stappen en gemaakte keuzes toe. Hierbij benoemt zij steeds hoe haar ontwerp aansluit bij zowel de gebruiker als de opdrachtgever.

    Tip:Zorg dat de toehoorders de tekeningen goed kunnen zien.

    2. Hoe zorg je voor aansluiting bij opdrachtgever, productiemogelijkheden en markt?

    TU Industrieel Ontwerpen
    Dit fragment is halverwege de derde ontwerpbespreking. Een derdejaars student Industrieel Ontwerpen presenteert een uitgewerkt concept (van een bakfiets) aan een opdrachtgever. Doel van de opdracht: nieuwe toepassing bedenken op basis van hergebruik van het materiaal. De student is op ongeveer driekwart van het ontwerpproces.


    De student zorgt voor aansluiting bij de opdrachtgever door het product in twee hoofdonderdelen te splitsen. Eén deel van het ontwerp zal door de opdrachtgever zelf geproduceerd worden (de bak) en het andere deel zal worden ingekocht (de fiets). Op die manier houdt de ontwerper rekening met de productiemogelijkheden van de opdrachtgever.

    Vervolgens gaat de student in op de aansluiting bij de markt. Door het aanbieden van verschillende opties (bakken die variëren in grootte) houdt de ontwerper rekening met het verschil in gebruikers en in type gebruik. Hierbij houdt de student ook weer rekening met de opdrachtgever, door het toepassen van het bestaande inklapsysteem, maar dan in een ander product.

    Tip: om de toehoorder nog beter te overtuigen van je verhaal is het handig om je argumenten te ondersteunen met bijpassend beeldmateriaal. In dit voorbeeld komen de variatie en de werking van het ontwerp onvoldoende tot uiting.

    MBO Bouwkunde
    In dit fragment presenteren tweedejaars studenten van het ROC hun ontwerp van een vrijstaande woning op een zelfgekozen plaats. Doel van de opdracht: riant en duurzaam wonen. De docent heeft de rol van opdrachtgever, maar wisselt soms ook naar de rol van docent. Het betreft de eindpresentatie van de ontwerpopdracht, dus de studenten zijn aan het einde van het ontwerpproces.


    De ontwerper legt uit dat de gekozen oplossing voor de vloer voordelen heeft voor de productie (het bouwen van het huis).

    Tip: in dit fragment vraagt de docent wat de voor- en nadelen zijn van die keuze ten opzichte van alternatieve keuzes voor vloeren. Dit kan je als ontwerper zelf ook inbrengen.

    3. Hoe gebruik je vakbegrippen? Het gebruik daarvan geeft de opdrachtgever het vertrouwen dat je kundig bent. Maar zorg er wel voor dat het voor alle toehoorders begrijpelijk blijft.

    MBO Mediavormgeving
    In dit fragment presenteren tweedejaars studenten hun website aan een opdrachtgever uit het mbo. Doel van de website: vraag en aanbod van stageplaatsen bij elkaar te brengen. Dit is de tweede ontwerpbespreking en de studenten zijn op ongeveer een kwart van het ontwerpproces.


    De ontwerper gebruikt vaktermen, maar legt ook uit wat hij hiermee bedoelt. Hij probeert rekening te houden met de kennis van de opdrachtgever met betrekking tot het vak van webdesigner.

    Tip: soms komt de opdrachtgever niet uit het vakgebied, dus vraag af en toe of het nog begrijpelijk is.

    4. Hoe zet je bestaand onderzoek of eigen onderzoek naar gebruikersbehoeften of oplossingen in?

    MBO Mediavormgeving
    In dit fragment presenteren tweedejaars studenten hun website aan een opdrachtgever uit het mbo. Doel van de website: vraag en aanbod van stageplaatsen bij elkaar te brengen. Dit is de tweede ontwerpbespreking en de studenten zijn op ongeveer een kwart van het ontwerpproces.


    Ontwerpers beargumenteren hun ontwerp vaak op basis van onderzoek. In dit fragment start de student met de onderzoeksvraag. Deze wordt vervolgens beantwoord met vakkennis en theorie. Dit geeft veel duidelijkheid. Daarna volgt er nog een stukje over gebruiksonderzoek dat de student gedaan heeft en worden de resultaten besproken.

    Tip: wees eerlijk over de uitvoering en de resultaten van het gedane onderzoek. Hierdoor kom je als ontwerper betrouwbaar en krachtiger over. In het fragment geeft de student eerlijk toe dat een deel van het onderzoek nog niet helemaal af is. De bevindingen en conclusies komen nu serieuzer en op een goede manier over bij de toehoorder.

    TU Delft – Productontwerp
    In dit fragment presenteert een derdejaars student Industrieel Ontwerpen een uitgewerkt concept (van een babykamerstoel) aan een opdrachtgever. De student is op ongeveer drie kwart van het ontwerpproces.


    De ontwerper heeft literatuuronderzoek gedaan naar de relatie tussen borstvoeding en stress. Deze bevindingen hiervan wil hij gaan gebruiken in de rest van zijn ontwerpproces. Op basis van de resultaten en conclusie uit het onderzoek, past de student zijn ontwerpopdracht aan. Hij gebruikt zijn bevindingen om de ontwerprichting specifieker te maken. Op die manier kun je onderzoek dus ook inzetten.

    Tip: Benadruk vooral de conclusies uit het onderzoek dat je hebt gebruikt, en beeld die conclusies letterlijk af uit de bron. Dat komt sterk over.

    5. Hoe gebruik je normen, vuistregels, natuurwetenschappelijke theorie en harde cijfers?

    MBO Bouwkunde
    In dit fragment presenteren tweedejaars studenten hun ontwerp van een vrijstaande woning op een zelfgekozen plaats. Doel van de opdracht: riant en duurzaam wonen. De docent heeft de rol van opdrachtgever, maar wisselt soms ook naar de rol van docent. Het betreft de eindpresentatie van de ontwerpopdracht, dus de studenten zijn aan het einde van het ontwerpproces.


    De ontwerper laat zien dat hij kennis heeft over de normen die gelden in het vakgebied. In dit geval (de bouw) zijn er normen waaraan de materialen moeten voldoen op het punt van warmte-isolatie (Rc waarde).

    Tip: vertel ook hoe jouw keuzes uitpakken vergeleken bij de verplichte normen. In dit geval zijn de normen vastgelegd in een ‘bouwbesluit’. Dat zijn regels waaraan je als bouwkundige of architect moet voldoen en dan is het goed dat te benoemen.

    TU Industrieel Ontwerpen
    Dit fragment is halverwege de derde ontwerpbespreking. Een derdejaars student presenteert een uitgewerkt concept (van een festivaltent) aan de opdrachtgever. Doel van de opdracht: nieuwe toepassing bedenken op basis van hergebruik van het materiaal. De student is op ongeveer driekwart van het ontwerpproces.


    De student gebruikt economische cijfers en berekeningen om de opdrachtgever te overtuigen dat het een goed ontwerp is om mee door te gaan. Hij maakt een inschatting van de afzetmarkt en opbrengsten, maar geeft ook aan geen economisch expert te zijn. Hij gebruikt de cijfers op een manier die aansluit bij zowel zichzelf als de opdrachtgever.

    6. Hoe zet je je eigen voorkeuren in als ontwerper?

    MBO Bouwkunde
    In dit fragment presenteren tweedejaars studenten hun ontwerp van een vrijstaande woning op een zelfgekozen plaats. Doel van de opdracht: riant en duurzaam wonen. De docent heeft de rol van opdrachtgever, maar wisselt soms ook naar de rol van docent. Het betreft de eindpresentatie van de ontwerpopdracht, dus de studenten zijn aan het einde van het ontwerpproces.


    De ontwerper zet zichzelf neer als iemand met praktijkervaring. In dit fragment gaat het om een ontwerper die zelf in de bouw heeft gewerkt en daar heeft gezien dat er veel met een bepaald materiaal wordt gewerkt (Kingspan dakplaten). Hij heeft ervaren dat dit goed bevalt en wil dit nu zelf ook toepassen. Door te vertellen dat hij niet alleen de theorie beheerst, maar ook praktische ervaring heeft, geeft de student de opdrachtgever vertrouwen dat hij deskundig is.

    TU Industrieel Ontwerpen
    Dit fragment is halverwege de derde ontwerpbespreking. Een derdejaars student presenteert een uitgewerkt concept (van een festivaltent) aan een opdrachtgever. Doel van de opdracht: nieuwe toepassing bedenken op basis van hergebruik van het materiaal. De student is op ongeveer driekwart van het ontwerpproces.


    De student gebruikt economische cijfers en berekeningen om de opdrachtgever te overtuigen dat het een goed ontwerp is om mee door te gaan. Hij maakt een inschatting van de afzetmarkt en opbrengsten, maar geeft ook aan geen economisch expert te zijn.

    7. Waarom werken delen van het systeem goed? En waarom werken de deelsystemen binnen het ontwerp goed samen? Waarom werken alternatieven (bijvoorbeeld zoals voorgesteld door de opdrachtgever) niet?

    MBO Mediavormgeving
    In dit fragment presenteren tweedejaars studenten Mediavormgeving hun website aan een opdrachtgever uit het mbo. Doel van de website: vraag en aanbod van stageplaatsen bij elkaar te brengen. Dit is de tweede ontwerpbespreking en de studenten zijn op ongeveer een kwart van het ontwerpproces.


    De ontwerper legt uit waarom bepaalde delen van het systeem op dit moment wel of niet werken. In dit voorbeeld gaat het om een zogenoemde ‘Slider Revolution plug-in’ die nog niet goed werkt. De ontwerper heeft hiervoor een verklaring en een mogelijke oplossing die waarschijnlijk gemakkelijk toe te passen is. Het verklaren van de werking van het systeem en het deelsysteem is iets wat ontwerpers goed moeten kunnen.

    8. Wat zijn de voor- en nadelen van verschillende oplossingen?

    TU Delft – productontwerp
    In dit fragment presenteert een derdejaars student Industrieel Ontwerpen een uitgewerkt concept (van een kinderfiets) aan een opdrachtgever. Hij bespreekt verschillende voor- en nadelen van twee mogelijke oplossingen voor een onderdeel van zijn totale ontwerp . De student is op ongeveer driekwart van het ontwerpproces.


    De student begint met het benoemen van de voordelen van de optie die zijn voorkeur heeft. Hierbij maakt hij onderscheid tussen de technische werking en de beleving van de gebruiker. Vervolgens bespreekt hij de nadelen/problemen van deze eerste optie en introduceert hij de tweede optie. Het voordeel van de tweede optie is dat deze de genoemde problemen niet of nauwelijks heeft.

    Tip: om de opdrachtgever toch te overtuigen van de eerste optie vertelt de ontwerper dat hij voor het genoemde nadeel al een oplossing heeft bedacht.